van schouw
Een
schouw
heeft tot in de 17e eeuw een flinke
boezem:
de kap waarin de rook verdwijnt
(wanneer de
schoorsteen
goed trekt). De constructie rust vanouds op
uitgemetselde posten of 'schoorstenen',
stenen die uit de muur steken en de boezem schoren oftewel dragen.
Wanneer deze ontbreken, lijkt de boezem te zweven, maar dat is schijn.
Met verborgen ijzeren staven hangt de voorkant aan de
balklaag
erboven.
We spreken dan van een '
hangboezem'.
In keukens
blijft de hangboezem langer in trek. Onder zo'n forse kap kun je veel kwijt.
Tekst: Jean Penders, 05-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders